Nederland
 
(Advertentie)
(Advertentie)

Een esdorp bestaat uit:

- de es

- het  veld

- de groengronden

- het dorp

- de marke

Het dorp was altijd in de buurt van een riviertje of een beek. Het water diende voor drinken, wassen en het bewerken van vlas.

(Advertentie)

Groengronden waren de weilanden die meestal in de buurt van een beek lagen.

Andere namen voor groengronden zijn: maten of meden, mors, goor, broek of meent.

 

Om de weilanden werden houtwallen aangelegd. Een houtwal bestond uit takken en struiken. Er was toen nog geen prikkeldraad.

 

(Advertentie)

Wat is een houtwal?

Een aarden wal met struiken en bomen. 

Om een gebied af te rasteren werden struiken geplant. Dit noemen ze een houtwal. Omdat gebieden nog niet vastgelegd waren in een kadaster kun je op deze manier zien van wie het land was. We noemen dit eigendomsmarkering, afbakening van bezit.

Een houtwal hield ook de wind tegen, zorgde dat het zand niet verstuifd en werden beschermde gewassen. Het vee werd binnen het gebied gehouden en roofdieren werden buiten het gebied gehouden (wildwal). Houtwallen zijn ook gunstig voor dieren en planten: de zonkant voor amfibieën en reptielen, de schduwkant voor mossen en varens.

 

Welke struiken werden aangeplant?

Meidoorn vanwege de stekels. Daarnaast eik, berk, lijsterbes en els. 
Door regelmatig te snoeien en kappen werd de houtwal dichter. Het hout kon men gebruiken als bouwmateriaal, hakhout (geriefhout: gerief is gebruiken)

 

Houtwal en prikkeldraad

Houtwallen zijn en nog steeds. I.p.v. houtwallen zijn later prikkeldraad en hekken geplaatst. 

Houtwal nu

De grond is nu vastgelegd in het kadaster. Houtwallen werden vervangen door prikkeldraad omdat houtwallen veel onderhoud nodig hebben. 
Voor dieren is het een goede schuilplaats. 

 

 

 

 

 

(Advertentie)
(Advertentie)

Ook een esdorp moest bestuurd worden. Het dorp met bijbehorende gronden werd marke genoemd.

 

Een marke is een bestuur van een esdorp. Aan het hoofd van een markeorganisatie stond de boerrigter of markerigter. Meestal zat de boeren van de oudste boerderijen in de marke. Deze noemden ze de gewaarde erven en hadden stemrecht. 

 

Een marke regelde het gebruik van de gemeenschappelijke gronden, zoals bossen, heide en veen. Ze noemden het vaak woeste grond.

 

 Bron: Infobord 74 Flamingoroute, boerderijen in Langelo.

(Advertentie)

'Woeste grond' in cultuur brengen.